RIVO-Noord Zorgviewer Implementation Guide
1.7.0 - sprint45
RIVO-Noord Zorgviewer Implementation Guide - Local Development build (v1.7.0) built by the FHIR (HL7® FHIR® Standard) Build Tools. See the Directory of published versions
Deze pagina beschrijft de interacties tussen de bouwblokken voor het opstarten van de zorgviewer en het ontsluiten van de bronsystemen. Dit is de startpagina voor het bouwteam.
Toestemming | Inwoners van onze zorgregio geven op één keer, op één plek zorgverleners toestemming, dat zij hun zorggegevens mogen inzien van andere behandelaren en vanuit andere zorgorganisaties. |
Authenticatie | Klopt het dat jij als zorgverlener bent, wie je zegt dat je bent? Werk jij echt bij die zorgorganisatie? Door middel van twee factor authenticatie binnen je eigen informatieomgeving wordt jouw identiteit op twee manieren gecheckt. Met deze authenticatie heb je ook toegang tot de Zorgviewer. |
Autorisatie | Welke informatie van patiënten en cliënten is voor mij als zorgverlener beschikbaar? Mag je als apotheker bijvoorbeeld de volledige zorginformatie zien of heb je enkel inzag in labuitslagen en medicatie? N.B. MVP2 heeft 1 autorisatie profiel, namelijk alle Zorgverleners die via de Authenticatie bouwblok toegang hebben tot de Zorgviewer hebben toegang tot de BgZ en Correspondentie van de patient. |
Patiëntindex | De patiëntindex maakt inzichtelijk bij welke zorgorganisaties de patiënt of cliënt bekend is. De zorgviewer bevraagt bij het inloggen door een zorgverlener enkel de informatiesystemen van deze zorgorganisaties. |
Logging | Wie logt wanneer en waar in? Het geautomatiseerde logboek houdt exact bij welke zorgverlener toegang heeft gevraagd en gekregen tot de zorginformatie van een patiënt of cliënt. |
Behandelplan | De stappen die je als patiënt of cliënt doorloopt in het zorgpad. In de zorgviewer zie je een digitale weergave van het -regionaal overeengekomen- zorgpad. Aan de gestructureerde stappen ‘hangen’ informatiecomponenten vast. |
Ontsluiting bronsysteem | Elk informatiesysteem communiceert in een eigen taal. Dit technische bouwblok is een koppeling, die ervoor zorgt, dat alle zorginformatie uit de verschillende bronsystemen in de zorgviewer in dezelfde taal beschikbaar is. |
Overname TOEKOMST | Is de zorginformatie -beschikbaar in de zorgviewer, afkomstig van een ander bronsysteem- voor jou als zorgverlener relevant, dan kan je deze selecteren en overnemen in de informatieomgeving van jouw zorgorganisatie. |
Zorgviewer | Alle bouwblokken samen vormen de zorgviewer. De zorgviewer combineert, ontdubbelt en filtert de informatie op basis van jouw behoefte als zorgverlener. De zorgviewer biedt zorgverleners een 360° beeld van de patiënt of cliënt. Opgebouwd uit alle beschikbare zorginformatie, waarvoor de patiënt of cliënt toestemming heeft gegeven. |
Multi-inzetbaar: De bouwblokken zijn niet alleen bruikbaar voor de regionale zorgviewer, maar zijn ook bruikbaar en essentieel voor het delen van diagnostiek, multidisciplinair overleg, monitoring en e-Health en de Persoonlijke Gezondheidsomgeving (PGO). |
In onderstaande schema zie je de groepering en interacties (in globale volgorde) tussen de verschillende bouwblokken.
Hierna volgt een schema met functionaliteiten per bouwblok.
Scope MVP2 is Epic (UMCG, MCL), Chipsoft (Antonius Sneek, Tjongerschans, Wilhelmina, Martini, Nij Smellinge), en Topicus VIPlive (bij Dokter Drenthe aangesloten partijen).
Note: Relatie tussen bouwblokken en definities uit IHE Actors, b.v. de IHE Mobile Profiles IHE_PCC_Suppl_QEDm
Eerst opstarten Zorgviewer Host, inloggen en patiënt selectie en vervolgens opstarten van de Zorgviewer.
Van toepassing zijnde standaarden en documentatie:
Token Attributes mapping op FHIR tabel:
Scope | Name/Path | Value | FHIR Path |
---|---|---|---|
Practitioner FHIR ID | practitioner | ABCD.. |
Practitioner.id |
Patient FHIR ID | patient | WXYZ.. |
Patient.id |
Eerst opstarten Zorgviewer Host, inloggen en patiënt selectie en vervolgens opstarten van de Zorgviewer.
Van toepassing zijnde standaarden en documentatie:
SAML Attributes Assertions mapping op FHIR tabel:
Item | Attribute Name/Path | Value | FHIR Path |
---|---|---|---|
Workflow ID | http://sts.zorgplatform.online/ws/claims/2017/07/workflow/workflow-id | a84f5229-c804-4627-8b80-489ae3ed6a51 |
nvt |
Practitioner ID | Subject/NameID | larts@2.16.528.1.1007.3.3.15123 |
Practitioner.identifier |
Practitioner Role | urn:oasis:names:tc:xacml:2.0:subject:role | SNOMED CT 62247001 huisarts |
Practitioner.qualification[system=sct] |
Patient BSN | urn:oasis:names:tc:xacml:1.0:resource:resource-id | 999911120 |
Patient.identifier[system=bsn] |
Van toepassing zijnde standaarden en documentatie:
SAML Attributes Assertions op FHIR mapping tabel:
Item | Attribute Name/Path | Value | FHIR Path |
---|---|---|---|
Organization OID | urn:oasis:names:tc:xspa:1.0:subject:organization-id | 2.16.840.1.113883.2.4.3.164.2.1.2 |
Organization.identifier |
Practitioner ID | Subject/NameID | 177578 |
Practitioner.identifier |
Practitioner Role | urn:oasis:names:tc:xacml:2.0:subject:role | <Role code="62247001" codeSystem="2.16.840.1.113883.6.96" codeSystemName="SNOMED_CT" displayName="huisarts" xmlns="urn:hl7-org:v3"/> |
Practitioner.qualification[system=sct] |
Practitioner Name | professional.initials | L. |
Practitioner.name.given[extension=IN] |
Practitioner Name | professional.family_name | Arts |
Practitioner.name.family |
Patient Name | client.initials | J. |
Patient.name.given[extension=IN] |
Patient Name | client.family_name | Fictief |
Patient.name.family |
Patient Birthdate | client.birthdate | 19700101 |
Patient.birthDate |
Patient BSN | client.bsn | 999911120 |
Patient.identifier[system=bsn] |
In onderstaande tabel hebben we voor alle methoden de verschillende definities van attributen naast elkaar gezet en waar ze te vinden zijn in de verschillende standaarden (SAML, SMART, FHIR).
Item | Chipsoft Zorgplaform (SAML) | VIPLive (SAML) | Epic (SMART-on-FHIR) | Value | FHIR Path |
---|---|---|---|---|---|
Workflow ID | http://sts.zorgplatform.online/ws/claims/2017/07/workflow/workflow-id | nvt | nvt | a84f5229-c804-4627-8b80-489ae3ed6a51 |
nvt |
Practitioner ID | Subject/NameID | Subject/NameID | Practitioner read adhv token.practitioner / zie FHIR Path | 177578 |
Practitioner.identifier |
Practitioner Role | urn:oasis:names:tc:xacml:2.0:subject:role | urn:oasis:names:tc:xacml:2.0:subject:role | ^^ / zie FHIR Path | code=62247001 display=huisarts system=SNOMED CT |
Practitioner.qualification[system=sct] |
Practitioner Name | http://schemas.xmlsoap.org/ws/2005/05/identity/claims/name | professional.initials | ^^ / zie FHIR Path | L. |
Practitioner.name.given[extension=IN] |
Practitioner Name | http://schemas.xmlsoap.org/ws/2005/05/identity/claims/name | professional.family_name | ^^ / zie FHIR Path | Arts |
Practitioner.name.family |
Organization OID | urn:oasis:names:tc:xspa:1.0:subject:organization-id | organization-id | ^^ / zie FHIR Path | 2.16.840.1.113883.2.4.3.8 |
Practitioner.meta[extension=source] |
Patient BSN | urn:oasis:names:tc:xacml:1.0:resource:resource-id | client.bsn | Patient read adhv token.patient / zie FHIR Path | 999911120 |
Patient.identifier[system=bsn] |
Patient FHIR ID | patient-fhir-id uit Task.reference read adhv workflow-id | token.patient / zie FHIR Path | 9819C39260647B5DE61609CDF1FA1C |
Patient.id | |
Patient Name | ^^ / zie FHIR Path | client.initials | ^^ / zie FHIR Path | J. |
Patient.name.given[extension=IN] |
Patient Name | ^^ / zie FHIR Path | client.family_name | ^^ / zie FHIR Path | Fictief |
Patient.name.family |
Patient Birthdate | ^^ / zie FHIR Path | client.birthdate | ^^ / zie FHIR Path | 19700101 |
Patient.birthDate |
Bepalen zorgaanbieders en endpoints zonder toestemming check
Bepalen zorgaanbieders en endpoints waarvoor toestemming is gegeven door de patiënt.
Met de Zorgviewer MVP2 zullen we een toestemming realiseren volgens de afspraken tussen de RIVO-Noord instellingen. Zie het beleid hier. Deze zal zoveel mogelijk volgens de MITZ specificatie zijn. MITZ zal zich laten inspireren door de Zorgviewer specificaties.
Van toepassing zijnde standaarden en documentatie:
Van toepassing zijnde standaarden en documentatie:
N.B. Deze IG bouwt op SMART-on-FHIR 1.0.0 ivm FHIR STU3 en Scopes notatie. De bijbehorende backend authenticatie is gespecificeerd in Bulk Data Access FHIR specificaties. SMART-on-FHIR 2.0 brengt eea weer samen, maar upgrade ook de Scopes en de FHIR versie naar R4. Daarom blijven wij voor MVP2 bij de 1.0.0 versie.
N.B. Vanuit de WEGIZ wordt de TA Notified Pull een eis. De richting de toekomst zullen de verschillende bronsystemen hiernaartoe werken. Naast SMART-on-FHIR zal de TA Notified Pull de voorkeur standaard zijn. Tot die tijd moeten we meerdere vormen ondersteunen, zie de Summary Tables.
Hier passen we de request access token flow toe van de Bulk Data Access Backend authenticatie specificaties. Daarnaast ivm NEN 7513 logging requirement moet het bronsysteem de vragende organisatie weten. De vragende organisatie is de organisatie van de geauthenticeerde gebruiker van de Zorgviewer. De IHE IUA standaard beschrijft de attribuut naam die hiervoor gebruikt dient te worden in de authentication JWT die mee gaat naar de access token request. Dit is ook zoals LSP/VZVZ dit doet.
{ "iss": "...",
"sub": "...",
"exp": "...",
(optioneel) "subject_organization": "UMCG",
"subject_organization_id": "urn:oid:2.16.840.1.113883.2.4.3.8"
}
Tbv het correleren van de Zorgviewer logging met de logging van een Bronsysteem dient een X-Correlation-Id
HTTP Header (per sessie) en een X-Request-Id
HTTP Header (per request) te worden toegevoegd aan ieder request aan het Bronsysteem. Deze kan dan door het Bronsysteem gelogd worden, zodat de logging in de Zorgviewer kan worden gekoppeld aan de logging in het Bronsysteem.
Epic ondersteunt dit nu d.m.v. key-value pairs in de AORTA-ID
HTTP-Header, zie Epic Nova.
Voorbeeld voor Epic HTTP-Header van "L. Arts uit Tjongerschans": AORTA-ID: rid:1b9d6bCd-bBf;cid:yA8UM8fHmhde;usr:larts;rol:62247001;org:2.16.528.1.1007.3.3.15123
. N.B. maximale lengte is 128 characters.
Voor de Request- en Correlation-ID's kan de NaN0-1D-12 12 tekens gebruikt.
Voorbeeld van de headers:
GET /fhir/Patient/123456789 HTTP/1.1
...
X-Request-Id: 1b9d6bCd-bBf
X-Correlation-Id: H54f_8b9d6bC
De overige velden worden op twee manieren meegestuurd: individueel als HTTP header en verpakt in een
JWT, tevens als HTTP header.
De JWT variant is de veiligere optie, omdat de JWT ondertekend is en de waarden daarmee niet aangepast
kunnen worden. Het is echter niet perse gegarandeerd dat deze constructie door een bronsysteem
ondersteund wordt. Daarom worden ze ook individueel als HTTP header meegestuurd.
Voor de naamgeving is gekozen voor een prefix X-ZV-
(Zorgviewer) gevolgd door de naam van het veld,
die weer gebaseerd zijn op IHE IUA.
Voorbeeld van de headers per veld:
GET /fhir/Patient/123456789 HTTP/1.1
...
X-ZV-Subject-Organization-Id: 2.16.840.1.113883.2.4.3.8
X-ZV-Subject-Id: smart-Practitioner-71614502
X-ZV-Subject-role: 223366009
Voorbeeld van de JWT:
{
"subject_organization_id": "2.16.840.1.113883.2.4.3.8",
"subject_id": "smart-Practitioner-71614502",
"subject_role": "223366009"
}
De JWT wordt ondertekend met de private key waarmee ook de JWT voor het request voor access tokens wordt ondertekend. Hiervoor is al een route ingericht om het publieke deel van de key op te vragen (JWKS). Vervolgens wordt de JWT in een custom HTTP header geplaatst:
GET /fhir/Patient/123456789 HTTP/1.1
...
X-ZV-Context:
eyJhbGciOiJIUzI1NiIsInR5cCI6IkpXVCJ9.eyJzdWJqZWN0X29yZ2FuaXphdGlvbl9pZCI6I
jIuMTYuODQwLjEuMTEzODgzLjIuNC4zLjgiLCJzdWJqZWN0X2lkIjoic21hcnQtUHJhY3RpdGl
vbmVyLTcxNjE0NTAyIiwic3ViamVjdF9yb2xlIjoiMjIzMzY2MDA5In0.luhI3cpGGpoEIAtDi
8d-Bhf0h2wdEO1f_Jt1xHFe1Xc
Het ontvangende systeem kan nu de JWT decoden, valideren en de velden uitlezen.
In onderstaande tabel hebben we voor alle methoden de verschillende definities van attributen naast elkaar gezet en waar ze te vinden zijn in de verschillende standaarden (Zorgviewer, SAML, SMART-on-FHIR, TA Notified Pull).
Item | Generiek (HTTP-Header) | TA Notified Pull | Chipsoft Zorgplaform (SAML) | VIPLive (SAML) | Epic (SMART-on-FHIR) | Value | FHIR Path |
---|---|---|---|---|---|---|---|
PurposeOfUse | FHIR Task.code | urn:oasis:names:tc:xspa:1.0:subject:purposeofuse | nvt | nvt | TREATMENT |
nvt | |
Workflow ID | FHIR Task.identifier | http://sts.zorgplatform.online/ws/claims/2017/07/workflow/workflow-id | nvt | nvt | a84f5229-c804-4627-8b80-489ae3ed6a51 |
nvt | |
Patient BSN | auth_token.patient | urn:oasis:names:tc:xacml:1.0:resource:resource-id | client.bsn | auth_token.patient | 999911120 |
Patient.identifier[system=BSN] | |
Practitioner ID | X-ZV-Subject-Id | auth_token.user_id | Subject/NameID | Subject/NameID | auth_token.subject_id en HTTP-Header AORTA-ID usr | 177578 |
Practitioner.identifier |
Practitioner Role | X-ZV-Subject-Role | auth_token.user_role | urn:oasis:names:tc:xacml:2.0:subject:role | urn:oasis:names:tc:xacml:2.0:subject:role | auth_token.subject_role en HTTP-Header AORTA-ID rol | code=62247001 display=huisarts system=SNOMED CT |
Practitioner.qualification[system=sct] |
Practitioner Name | http://schemas.xmlsoap.org/ws/2005/05/identity/claims/name | professional.initials + professional.family_name | auth_token.subject_name | L. Arts |
Practitioner.name | ||
Organization OID | X-ZV-Subject-Organization-Id | auth_token.sub | urn:oasis:names:tc:xspa:1.0:subject:organization-id | urn:oasis:names:tc:xspa:1.0:subject:organization-id | auth_token.subject_organization_id en HTTP-Header AORTA-ID org | 2.16.528.1.1007.3.3.15123 |
Practitioner.meta[extension=source] |
Correlation ID | X-Correlation-Id | ⇐ | ⇐ | HTTP-Header AORTA-ID cid | NaN0-1D-12 H54f_8b9d6bC |
nvt | |
Request ID | X-Request-Id | ⇐ | ⇐ | HTTP-Header AORTA-ID rid | NaN0-1D-12 1b9d6bCd-bBf |
nvt | |
Context | X-ZV-Context | ⇐ | ⇐ | ⇐ | zie boven |
Van toepassing zijnde standaarden en documentatie: